Mindset

Vertel eens: heb jij Anna Karenina van Tolstoj gelezen? En Naar de vuurtoren van Virginia Woolf? En hoe zit het met Moby Dick van Herman Melville, Het grauwe huis van Charles Dickens en James Joyces Ulysses?  Allemaal, stuk voor stuk, boeken die horen tot de top van de wereldliteratuur. Ik heb de meeste van deze boeken niet gelezen (ook al ligt Naar de vuurtoren sinds afgelopen Boekenweek wel op mij te wachten en herlees ik bijvoorbeeld regelmatig Jane Eyre) en ik heb er totaal geen last van dat ik dergelijke kost (nog) niet op mijn “gelezen-lijst” heb staan. Waar ik wel last van heb, is het gevoel dat Peter Mendelsund mij geeft via zijn boek Wat we zien als we lezen (Atlas Contact). Hij geeft mij namelijk het gevoel dat ik als lezer eigenlijk niet meetel als ik de aan het begin genoemde werken (of boeken van een dezelfde niveau) niet heb gelezen. En daar erger ik mij aan.

wat we zien als we lezen

Ik had een totaal ander boek verwacht, misschien wat naïef van mijn kant. Ik had gedacht en gehoopt dat dit boek leuk zou zijn om te lezen, met een heleboel herkenning van “o ja, zo ervaar ik het ook”, grappige constateringen en leuk bedachte bruggetjes. Niets van dat al. Het is een pseudo-wetenschappelijke onderbouwing van de eigen mening van Mendelsund. Pseudo, want hij kan er wat mij betreft nog zo veel voorbeelden uit de door hem zo vaak herlezen wereldliteratuur bijhalen, het blijft een heel boek lang het boekstaven van zijn eigen opvattingen. En dat is natuurlijk helemaal niet vreemd voor een auteur, maar dit keer kan en wil ik er simpelweg niet in meegaan.

Bij het horen van de titel Wat we zien als we lezen ging mijn eigen fantasie meteen op volle toeren werken. Mijn associatieve gevoel sprong heen en weer tussen de Suske&Wiske’s uit mijn jeugd, de zeven delen uit de Harry Potter-serie, herinneringen aan uitspraken van mijn vader, filosofische teksten die ik in de loop der tijden heb gelezen en nog zo wat. Geen van deze associaties lijkt op iets wat Mendelsund naar voren brengt.

Misschien ben ik al heel jong door mijn moeder “verpest”. Zij was een meester-voorlezer. Zij was in staat om een Suske & Wiske zó voor te lezen dat ik de plaatjes niet nodig had om het verhaal te begrijpen. Met haar stem, haar intonatie en timbre wist zij voor mij de plaatjes te “tekenen”. En dat ben ik blijven doen: zelf invulling geven aan wat ik lees, soms los van wát ik lees. Zo zijn bijvoorbeeld alle leden van de familie Malfidus stelselmatig in mijn beleving zwartharig, terwijl toch echt steeds in de boeken van J.K. Rowling over Harry Potter wordt benadrukt dat zij allemaal ultiem blond zijn. En ja, ook mij overkomt het regelmatig dat ik een hoofdpersoon “voor mij zie”, terwijl ik op dat moment echt geen letterlijke beschrijving van dat personage kan geven. Maar dat boeit mij ook niet.

Mendelsund eindigt zijn boek met een quote uit het eerder genoemde werk van Virginia Woolf: “het was wazig”. Daarmee geeft hij wat mij betreft de beste samenvatting van zijn eigen boek. Voor mij is het nog steeds volstrekt onduidelijk wat hij nu eigenlijk wil zeggen of bewijzen. Door het irritant veel gebruik van vakjargon en de gebruikte voorbeelden, gaf hij mij dus het gevoel dat je niet meetelt als je je tijd af en toe besteedt aan “simpele boekjes”. En verder irriteerde het mij bovenal dat ik niet de vrijheid van hem kreeg om een andere mening, een andere onderbouwing voor hetzelfde verschijnsel te hebben.

Omwille van deze blogpost (die ik schrijf in het kader van mijn deelname aan de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur) heb ik het boek een tweede keer gelezen. Ik heb daarbij geprobeerd mijn frustratie van de eerste keer te negeren. En natuurlijk verging het mij nu meer zoals Mendelsund zelf beschrijft over het lezen van zijn favoriete boeken: eerste keer er doorheen snellen voor de grote lijn, tweede keer meer aandacht voor details en bijzonderheden (vrije quote). Maar uiteindelijk werd ik niet milder gestemd. Halverwege het boek raakte Mendelsund mij weer kwijt (of ik hem 🙂 ). En wat overheerst is toch het gevoel van arrogantie van iemand die in principe in een ander deelgebied van de uitgeverswereld zijn werkzaamheden heeft (als ontwerper van boekomslagen, en eerlijk is eerlijk, daarin is hij heel bedreven) en daaraan het idee ontleent dat iemand op zijn mening zit te wachten.

Natuurlijk zie ik ook wel dat Mendelsund veel tijd en aandacht aan dit boek heeft besteed. Zeker de vormgeving met bij de tekst passende illustraties en “verbeeldingen” maakt het een bijzonder boek. Door mijn eigen mindset en verwachtingspatroon komt het op dit moment tussen ons niet meer goed. Dat gebeurt mij niet vaak, maar uniek is het niet.125 x 200 WT Door mijn verwachtingspatroon  over bijvoorbeeld Joe Speedboot van Tommy Wieringa (de Bezige Bij), dat uiteindelijk niet aansloot op de inhoud van die veel geprezen roman, heb ik er op Goodreads slechts 2 (van de 5) sterren aan toegekend. Een ander voorbeeld dat ik nog vers in mijn geheugen heb is de door velen bejubelde roman Dorsvloer vol confetti van Franca Treur (Prometheus). Mijn mindset zorgde ervoor dat ik dolgraag die dorsvloer zou willen schoonvegen om het vervolgens voor altijd de rug toe te keren.

Toch nog even een positief geluid? Het deed mij goed dat Mendelsund de dichter Wordworth aanhaalt. Een gedicht van deze Engelse dichter had ook grote invloed op de hoofdpersoon in De linkshandigen, een roman van Christiaan Weijts (de Arbeiderspers). En die roman las ik precies op het juiste moment met de juiste mindset!

Simpele conclusie dit keer: Wat we zien als we lezen is niet aan mij besteed. Misschien denken mijn medebloggers van Een perfecte dag voor literatuur hier anders over. Dit kun jij uitvinden via deze LINK.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Dat mijn oordeel over het boek van Mendelsund niet zo positief is, doet niets af aan mijn dank aan de uitgever voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Leave a reply:

Your email address will not be published.