Vandaag (19 maart 2021) is het precies een jaar geleden dat ik een foto op Instagram plaatste naar aanleiding van het ontvangen van een non-fictie boek. De titel van het boek ontlokte mij het grapje dat ik hoopte dat de titel van het volgende boek niet zou luiden “Hoe Corona de wereld veranderde”. Ach ja, wat wisten wij toen nog weinig over wat er over ons heen zou komen.
Het boek dat ik binnenkreeg, is namelijk Hoe wiskunde de wereld veranderde van Ian Stewart, uitgegeven bij Uitgeverij Lias.
Inmiddels weten wij állemaal wat verstaan wordt onder het R-getal, het reproductiegetal. Inmiddels kunnen wij állemaal met Jaap van Dissel van het RIVM meerekenen wat een reproductiegetal van meer dan 1 betekent voor het aantal besmettingen. Inmiddels zijn we állemaal bedreven geraakt in het lezen van grafieken en statistieken. En dat zonder dat wij ons realiseren dat dit allemaal is terug te voeren op … juist ja …. wiskunde 😉
Ian Stewart laat aan de hand van een groot aantal onderwerpen zien hoe wiskunde zich in de loop der jaren (en eeuwen) heeft ontwikkeld. De ondertitel van het boek is dan ook niet voor niets “Van de eerste getallen tot de chaostheorie en verder”. Aan bod komen verschillende grote thema’s onder aansprekende titels, zoals Eeuwige driehoeken, Patronen in de natuur, Onmogelijke grootheden en Getallen kraken.
Wiskunde heeft altijd mijn belangstelling gehad. Op de middelbare school, onder de bezielende leiding van een wiskundeleraar die ons leerde dat wiskunde een universele taal is, heb ik mij telkens met veel enthousiasme met steeds nieuwe aspecten van de wiskunde beziggehouden (bijkomend voordeel bij dat enthousiasme was wel dat ik er redelijk goed mee uit de voeten kon). Integraal rekenen, differentiëren, imaginaire getallen (“de wortel uit -1”), geometrie, ik kon er heerlijk mee aan het puzzelen zijn. Ik denk dat dat ook een belangrijke reden is waarom ik zo hield van de klassieke talen. Het ontleden van een Oudgriekse werkwoordsvorm is in wezen ook gewoon een puzzeltje. Als je het analytisch benadert en het probleem reduceert tot de kern, kom je er vanzelf achter met welke tijd of welke vorm je te maken hebt.
Toch heb ik uit mijn Gymnasiumtijd niet heel veel van de verhalen uit de oudheid onthouden of op dat moment al oog gehad voor de retoriek van Socrates. Ik was veel meer bezig met het vertalen als zodanig. En eigenlijk was dat ook zo met wiskunde. Ik merk nu pas dat ik toen eigenlijk geen idee had wat het nut was van alle puzzeltjes waar ik mee doende was. Het boek van Stewart heeft voor mij daarin veel duidelijk gemaakt.
Door mijn sluimerende wiskunde-tic sla ik ook gauw aan op titels die iets wiskundigs doen vermoeden. Zo las ik jaren geleden de prachtige roman De eenzaamheid van de priemgetallen van Paolo Giordano (Cargo – De Bezige Bij). Hoewel je de inhoud van deze roman zeker ook goed kan waarderen zonder te weten wat priemgetallen zijn, geeft juist het wél weten aan de link tussen titel en inhoud een extra dimensie. Overigens speelt wiskunde in dit boek geen overheersende rol. Het is een bijzonder verhaal over jonge mensen die zich staande proberen te houden in de harde wereld en die daarin proberen genegenheid bij de ander te vinden. Om diezelfde ‘wiskunde”-reden prijkte een aantal jaren lang de titel Het leven van Pi hoog op mijn lijstje nog-te-lezen-boeken, totdat ik begreep dat Pi hier niet slaat op het getal pi, maar op een naam 🙂
Toegegeven, het boek Hoe wiskunde de wereld veranderde bevat behoorlijk wat vakinhoudelijke kennis. Dat maakt het niet voor iedereen even goed leesbaar. Maar tegelijkertijd is het door de schrijfstijl van Stewart, met een behoorlijke dosis (droge) humor, erg informatief, verhelderend en onderhoudend. Ik vond het erg leuk om te lezen hoe wetenschappers in de loop der tijden met elkaar wedijveren om als eerste een stelling te bewijzen óf juist te ondermijnen met tegenbewijzen. Verfrissend is het om te lezen dat er ook wel eens vol overtuiging in een gerenommeerd tijdschrift een artikel werd gepubliceerd met een vermeend bewijs, terwijl vervolgens de geleerden over elkaar heen buitelen om dit bewijs als volstrekte onzin te bestempelen.
In aparte kaders wordt achtergrondinformatie gegeven over het (persoonlijke) leven van belangrijke personen bij de ontwikkeling van wiskunde, over grote doorbraken en dergelijke. Dat maakt het boek ook uit historisch perspectief aantrekkelijk.
Het boek van Stewart is geen boek om eventjes snel te lezen, althans niet voor mij. Ik heb steeds per hoofdstuk echt de tijd genomen. Mijn doel was niet om mijn kennis over wiskundige onderwerpen te verbeteren, maar wel om de totaliteit van wiskunde beter in perspectief te kunnen zetten. Het is immers geen uitsluitend op zichzelf staande wetenschap, maar ook de basis voor vele andere wetenschappen en voor veel zaken in ons dagelijks leven.
De belangrijkste les na het lezen is voor mij dat wiskunde een alles behalve statisch geheel is. Het is niet een vastomlijnde, onveranderlijke vanzelfsprekendheid, maar het is voortdurend in ontwikkeling en dat zal ook altijd zo blijven. Op de een of andere manier voelt dat bemoedigend, want zoals mijn oma altijd zei: “stilstand is achteruitgang”!
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Mijn dank gaat uit naar Uitgeverij Lias voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar en voor het getoonde geduld voor deze blogpost.