De verwondering: taalkunde, taalkunst of kunstige taal?

Zondag 17 augustus j.l. was Ionica Smeets de avondgast bij het vpro-programma Zomergasten 2014. In die uitzending was er, gezien haar achtergrond als wiskundige en wetenschapsjournalist, uiteraard regelmatig en uitgebreid aandacht voor wiskunde. Zij kan heel overtuigend vertellen over de schoonheid van wiskunde. Ik herken dat van mijn eigen wiskundeleraar. Hij legde vroeger al uit dat wiskunde de enige taal ter wereld is die voor iedereen over de hele wereld hetzelfde betekent. Zijn streven was dan ook om wiskunde te laten promoveren tot “wiskunst”.

Deze eenduidigheid kan van “gewone” taal niet gezegd worden. Neem bijvoorbeeld De verwondering van Hugo Claus. Door zijn taalgebruik in deze roman kom je in een totaal andere wereld terecht. En eerlijk gezegd heb ik mij in deze wereld bij tijd en wijle behoorlijk verloren gevoeld.

Ik begin graag “onvoorbereid” en dus onbevooroordeeld aan een boek, maar enige wetenschap over de ouderdom van een boek is wel handig. Voor deze roman is het belangrijk om te weten dat het voor het eerst is gepubliceerd in 1962. Relatief gezien is dat niet lang na de Tweede Wereldoorlog. De (hoofd)personen hebben nog veel met de oorlog en de nasleep daarvan te maken. Verrassend vond ik het ook om te merken dat een “Hollander” anders werd benaderd dan een van origine Vlaming. Het historisch perspectief verklaart gedeeltelijk mijn verwondering over de sfeer en het taalgebruik, maar grotendeels is het toch echt toe te schrijven aan de schrijfstijl van Claus in dit boek. Ik had nog nooit iets van hem gelezen, dus ik heb geen vergelijking met ander materiaal van zijn hand.

Als lezer heb je in eerste instantie niet meteen in de gaten waar het verhaal van de leraar naar toe gaat. Overigens ga ik hier niet zozeer over de inhoud als zodanig schrijven. Wil je daarover meer weten zonder zelf de moeite van lezen te nemen, dan is er op internet voldoende informatie (bijvoorbeeld via wikipedia) over de inhoud en verhaallijn te vinden. Waar het mij meer om gaat is de kunstige manier waarop Claus met taal en chronologie speelt. Ik moest daar in eerste instantie erg aan wennen. Elke zin barst bijna uit zijn voegen van de beeldvorming, terwijl tegelijkertijd die zin geen adequate of bruikbare informatie geeft. Aan de ene kant heb je als lezer dus het gevoel dat je heel rustig moet lezen om te kunnen genieten van elke zin, aan de andere kant is juist het advies vooral dóór te lezen om de context van de zin te kunnen begrijpen. En langzaam maar zeker begin je te beseffen wiens verhaal het is en op welk moment de woorden aan het papier worden toevertrouwd. En dan volgt het begrip waarom je het gevoel hebt dat sommige verhaallijnen niet kloppen of van de hak op de tak springen.

Uiteindelijk vond ik het een beklemmend boek. Er heerst een soort troosteloosheid, het in een kringetje blijven ronddraaien, waar ik mij ook na het wegleggen van het boek niet makkelijk van kon ontdoen. Ik snakte tijdens het lezen regelmatig naar een simpele chick-lit of spannende detective 🙂 Desalniettemin ben ik blij dat ik deze roman heb gelezen. Het is uitermate knap dat een schrijver met slechts de beschikking over woorden, een sfeer kan neerzetten waardoor je meteen het gevoel hebt dat je zelf aanwezig bent en meekijkt met de (in dit geval) leraar.

Woorden en wiskunde. Uitersten en toch ook heel nauw aan elkaar verbonden. Taal en wiskunde hebben beide de beschikking over elementen die, mits in de juiste volgorde en in een logische constructie, een prachtig plaatje laten zien. Ik heb zelf  het vertalen van Latijnse of Griekse teksten ook altijd ervaren als een soort wiskunde: door de grammatica en de woordvolgorde kun je achterhalen wat de bedoeling van de schrijver is. En nu blijkt dat ook een Néderlandse tekst een eigen persoonlijke “vertaling” behoeft. Pure kunst!

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

 

Deze roman heb ik gelezen in het kader van de Augustus Klassieke Literatuurmaand, georganiseerd door Sandra van Sandra schrijft en leest. Het boek is mij via haar door de uitgever De Bezige Bij ter beschikking gesteld, waarvoor uiteraard mijn hartelijke dank.Wil je weten wat de leeservaring van Sandra zelf is? Via deze link kom je bij haar blogpost terecht. Ook José heeft deze roman gelezen. Haar verslag vind je op haar blog.

 

8 comments: On De verwondering: taalkunde, taalkunst of kunstige taal?

  • Pingback: Mijn leesbeleving van De Verwondering en een winactie! | Sandra schrijft en leest ()

  • En wat een prachtige leeservaring heb jij geschreven Johanna, mooi hoe een boek drie compleet verschillende leeservaringen kan voortbrengen al zie ik heel duidelijk ook een overeenkomst tussen onze drie leeservaringen.

    Als ik het boek nog niet had gelezen, dan had jij mij nu voldoende geprikkeld om er in te willen beginnen.

  • Maar ik nog steeds niet, hoor Sandra! Al ben ik wel onder de indruk van de originele en veelzeggende leeservaringsbeschrijving van Johanna. Ik houd het toch maar liever bij Elsschot. (wat de Vlamingen betreft).

    • Dank voor je reactie, Jannie. En inderdaad, ook Elsschot heeft mooi werk geleverd. En wat vind jij van Hubert Lampo? Ik heb van hem alleen De komst van Joachim Stiller gelezen, maar dat vond ik erg mooi en indrukwekkend.

  • Mooi zo’n bespreking over je leeservaring! Ik vind die persoonlijk veel interessanter dan uitgebreide samenvatting van de inhoud van een boek. Dat kan ik inderdaad overal opzoeken. Juist te lezen over jouw worsteling en hoe je daar uiteindelijk doorheen bent gekomen geeft de toegevoegde waarde.
    Ik heb overigens ook bijzonder gefascineerd naar Ionica Smeets zitten kijken. Wat een heerlijk, bijna kinderlijk enthousiasme en – ja – verwondering. En zo aanstekelijk!

  • Ik denk dat we inderdaad alle drie eenzelfde soort van moeizame beleving hadden, maar jij verwoord het dan wonderbaarlijk mooi!!
    En ja, ook ik nu graag iets spannends of luchtigs 😉

  • Pingback: Uitslag winactie! | Sandra schrijft en leest ()

Leave a reply:

Your email address will not be published.