Waar begín ik aan? Ik wéét toch van mijzelf dat familiegeschiedenissen en waargebeurde verhalen niet tot mijn favoriete genre horen? Wil ik dan zó graag meedoen met de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur? Dit alles spookte door mijn hoofd voordat ik begon te lezen in Agneta, geschreven door Jan van der Mast en uitgegeven bij Nieuw Amsterdam. Het boek is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Agneta van Marken-Matthes die eind 19e-/begin 20e eeuw leefde en woonde in Delft. Waargebeurd, dus met een flinke dosis wantrouwen sloeg ik het boek open. Om het vervolgens niet meer te kunnen wegleggen. Wat een verhaal, wat een leven! En wat een geweldige pen van Van der Mast om het zo te beschrijven dat ik echt het gevoel had dat ik live aanwezig was bij alles wat er in het leven van Jacques van Marken en zijn vrouw Agneta gebeurde. En een simpel, onbewogen leven hebben zij nou niet bepaald.
Jacques van Marken is oprichter van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek in Delft. Hij heeft samen met Agneta een ideaal: alle fabrieksarbeiders wonen bij elkaar in een prettige, sociale omgeving: het Agnetapark. De heer en mevrouw Van Marken wonen in datzelfde tuindorp temidden van hun personeel. Agneta ontpopt zich als een ware parkmoeder, die zich inzet voor het welzijn van de arbeiders en hun gezinnen. Geld speelt geen rol, blijkbaar hebben Jacques en zij voldoende middelen om te doen en laten wat zij willen. Beiden hebben ruim voldoende ondernemerszin en stroomt het bloed van wereldverbeteraars door de aderen. Dit gecombineerd met hun bevlogenheid maakt Jacques tot een veelbesproken persoon en Agneta tot een kordate, bijzondere vrouw. Zij heeft haar eigen projecten en zet zelfs een heuse parfumfabriek op de kaart.
Agneta is dol op haar man. Daar waar nodig cijfert zij zichzelf weg om het voor hem mogelijk te maken te excelleren. Haar kruis is dat zijzelf geen kinderen kan krijgen. Maar hun leven is bijzonder goed gevuld, dus zet zij zich over dat gemis heen. Totdat blijkt dat Jacques er een dubbelleven op na houdt (nee, een spoiler alert is niet nodig; deze informatie staat al op de achterkant van de roman), jarenlang en ook nog eens met drie kinderen als gevolg! Na het overlijden van hun moeder beslist Agneta dat deze kinderen in haar eigen huishouden als eigen kinderen worden opgenomen. De gezondheid van Jacques laat inmiddels al jaren meer dan te wensen over, hetgeen leidt tot een morfineverslaving en regelmatige depressies en inzinkingen.
In onze moderne tijd zou je toch langzaam maar zeker eens vermoeden dat Agneta voor zichzelf kiest en de leiding over haar eigen leven in eigen handen neemt. Maar ja, in die tijd was je als vrouw afhankelijk van jouw man of in ieder geval van de mannen in je directe omgeving. En uit alles blijkt steeds weer dat Agneta op een pragmatische manier met haar stemmingen en emoties omgaat en voortdurend een duidelijke koers voor ogen heeft. Natuurlijk zijn dit alles bij elkaar genoeg elementen om twee levens vol ups and downs te laten zien. En dat doet Van der Mast dan ook.
Heel lang geleden had mijn moeder een aantal boekjes, dagboekjes, van een Utrechtse kruideniersvrouw: Betje Boerhave. De associatie met Agneta kwam omhoog door het milieu van hard werken en idealen. Verder weet ik mij er niet veel meer van te herinneren, behalve dat ik weet dat mijn moeder het wel grappig vond om te lezen en dat ik er steeds maar niet achterkwam of alles verzonnen was of dat mevrouw Boerhave werkelijk had bestaan. Blijkbaar was dat toen al voor mij een issue 🙂 Inmiddels heb ik begrepen dat de boekjes nog steeds te bestellen zijn bij het Museum voor het kruideniersbedrijf te Utrecht.
Ik benijd Agneta zeker niet, maar haar helemaal begrijpen doe ik ook niet. Ik vind het zowel prachtig als verbijsterend hoe zij zich staande weet te houden naast een zo labiele, zichzelf overschattende man. Zij maakt keuzes en kijkt niet terug. Knap, maar gevoelsmatig liggen wij niet altijd op één lijn.
Door de soepele schrijfstijl van Van der Mast vond ik het een prettige leeservaring. Voel jij de “maar” al aankomen? De “maar” blijft mij bij toch zitten in het feit dat dit alles waargebeurd is. Daardoor is het mogelijk dat er foto’s van de familie, van Jacques en Agneta in het boek zijn opgenomen. Dat is nog te verteren, maar ik (als voornamelijk fictielezer) haak af als ik aan het slot nog lees hoe het een aantal personen later in het leven is vergaan. Dat gaat er bij mij moeizaam in. Immers, ik ben gewend om zélf te verzinnen hoe het de personen vergaat. En door mijn levendige fantasie en inlevingsvermogen gaat mij dat vaak goed af en is dat mede bepalend voor het gevoel dat uiteindelijk over een boek blijft hangen. En nu, bij Agneta, word ik daarin verplicht gestuurd, terwijl het ook niet zo is dat het de familie allemaal van een leien dakje gaat. Ik wil eigenlijk helemaal niet weten of het Agnetapark nog bestaat, ik wil niet weten of het ideaal van Jacques en Agneta inmiddels door de tijd is ingehaald en ten onder is gegaan aan economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Ik kan mij echter ook goed voorstellen dat vele lezers juist wel die extra toegevoegde informatie waarderen. En misschien zelf wel nader onderzoek naar fabriek, tuindorp en familie instellen. En dat blijft het leuke van lezen: je mag er elke keer weer zelf een mening over vormen. Ik ben blij dat Jan van der Mast mij weer zo aan het werk heeft gezet.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Lees je ook nog wat mijn medebloggers schrijven over Agneta? Via deze link kom je op de verzamelpagina. En natuurlijk mag mijn dank jegens Nieuw Amsterdam voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar niet ontbreken. Bij deze!
4 comments: On Gedeelde liefde
Wat leuk dat je aan Betje Boerhave denkt! Als tiener heb ik die boekjes ook gelezen, op aanraden van mijn vader. En natuurlijk hebben we het kleine museum toen ook bezocht.
Grappig dat jij het kent. Met familieroots in Utrecht (twee generaties terug) moet ik toch ook eens naar dat museum. En de boekjes ga ik toch weer eens opzoeken in de boekenkast.
Waarom wil je niet weten dat t Agnetapark nog bestaat?
Het is een belangrijk cultuurgoed. Gelukkig staat het er 135 jaren later nog, en kan iedereen zien wat ze toen hebben bedacht, en wat er van over is.
Het laatste hoofdstuk is een ‘Verantwoording’ van mijn werkwijze en daar hoort ook bij dat je omschrijft hoe het de ‘personages’ in het echte leven is vergaan.
Ik heb ook een levendige fantasie, maar vond t vervelend dat de film die ik gister zag (Rams) een open einde had.
Ah excuus! Door alle feestdagen en dergelijke was mij deze reactie helemaal ontgaan. En inderdaad is het goed om meer te weten over industrieel cultuurgoed. Maar ik houd ook zo van eigen fantasie. En als dan fictie en feit met elkaar “botst”, moet ik even extra slikken. Het is zeker geen kritiek op het geleverde werk! Ik heb genoten van alle details, sfeerbeschrijvingen en duidelijke ontwikkelingen. Maar het is zo’n bijzonder leven (of eigenlijk: bijzondere levens) dat ik bijna zou wensen dat het verzonnen is. Dat is dus meer een afwijking aan mijn kant 🙂