Een verhaal verteld vanuit de ogen van een kind. Daar zit toch echt altijd wel een behoorlijk risico aan. Want hoe voorkom je dat het kind overkomt als een vroegwijs mensje of juist als een puber die in kleutertaal praat? Hoe laat je de lezer meteen voelen dat wat dit kind zegt, doet en denkt, helemaal “klopt”? Nou, als je wilt weten hoe je dit vakkundig en geloofwaardig moet doen, moet je sowieso Oostwaarts lezen van Jolanda Ivonne Clément (uitgegeven door Ambo Anthos).
In deze roman draait het om de bijna 12-jarige Heindert. Echt zo’n kantelleeftijd: enerzijds ben je dan nog gewoon lekker een kind dat wil voetballen en buitenspelen, vriendjes wil maken en zich bij zijn moeder veilig wil voelen. Maar anderzijds is het ook de leeftijd dat er een eigen bewustzijn ontstaat, een steeds verdergaande ontwikkeling in zelfstandig denken, overwegen, twijfelen en vermoeden.
Heindert weet niet beter dan dat hij met zijn moeder Suze samenwoont en dat hij verder geen familie heeft. En tijd om vriendjes te maken, heeft hij ook al niet, want zijn moeder komt om de haverklap met het bericht dat zij wéér gaan verhuizen. Maar ook zonder dat steeds maar verhuizen is het voor hem niet makkelijk aansluiting te vinden. Hij wordt meestal door iedereen heel vijandig bejegend en uitgescholden. Het verhaal speelt zich namelijk af in het Nederland van 1952, dus Heindert is redelijk aan het begin van de oorlog geboren is. En dan blijkt zijn vader een Duitse soldaat te zijn.
In het naoorlogse Nederland was er geen ruimte voor nuance. Door alle opgekropte frustraties zocht de bevolking een uitlaatklep voor geleden ellende. Nederlandse meisjes en jonge vrouwen die het hadden aangelegd met de bezetter, waren flink aan de beurt. Hun individuele verhaal was daarbij van geen enkele betekenis. Dat heeft Suze aan den lijve ondervonden, terwijl het voor haar ondenkbaar was dat iemand het “fout” zou kunnen vinden dat zij de moeder van Heindert is. Heindert’s geboorte is namelijk niet het gevolg van brute verkrachtingen door dronken Duitse soldaten of zo iets, nee, haar zoon is het gevolg van haar warme, liefdevolle relatie met Hans. En tja, Hans was toevallig een Duitser, door de omstandigheden gedwongen zijn rol in het leger te vervullen.
Hoe het komt dat Suze en Heindert steeds op de vlucht lijken te zijn en hoe het toch steeds weer bekend wordt wat hun achtergrond is, wordt door Clément gedurende het verhaal uit de doeken gedaan. Het is onthutsend om te lezen hoe leraren het weten dat Heindert een halve Duitser en “dus” aanstootgevend is en hoe de directeur van het bedrijf waar Suze werkt door deze wetenschap, heel ver kan gaan in haar klem zetten. Het is verbijsterend om je te realiseren hoe mensen volledig verkrampt kunnen zijn en blijven in hun opvattingen en hoeveel (mentale) schade zij daarmee aanrichten. Door de manier waarop de schrijfster dit beschrijft, word je echt teruggeplaatst in de tijd en de opvattingen van toen. Dat voelde, nu in 2021, best af en toe ongemakkelijk.
Clément omschrijft heel mooi hoe Heindert bij zijn moeder aanvoelt wanneer het “mis” gaat. Hij heeft daar zelfs een term voor bedacht: Suze lijdt aan het “Polygoonsyndroom”. Als in de bioscoop tijdens het Polygoon Journaal bijvoorbeeld berichten voorbijkomen over wat vrouwen hebben ondergaan, wordt zij stil, depressief of eigenlijk gewoon raar. Zij verdwijnt volledig in zichzelf en wordt ook voor Heindert onvoorspelbaar.
Er zijn wel meer boeken waarin een getraumatiseerde ouder die eigenlijk niet in staat is een kind op te voeden, een belangrijk thema is. Ik ben vaak diep onder de indruk van de veerkracht van kinderen om toch hun eigen weg te vinden en daarbij hun vader of moeder ook nog eens zo veel mogelijk in bescherming te nemen. Ik moest bijvoorbeeld terugdenken aan de roman Kinderen van het ruige land van Auke Hulst (Ambo Anthos). Er zijn ook wel meer boeken die zich richten op kinderen in bijzondere situaties in oorlogstijd, bijvoorbeeld de klassieker in jeugdliteratuur Oorlog zonder vrienden van Evert Hartman (Lemniscaat). Maar Oostwaarts geeft aan het geheel weer een extra dimensie. Het is niet alleen een goed leesbare historische roman met een spannende verhaallijn, maar ook een heel menselijk en invoelbaar verhaal met regelmatig mentale speldenprikjes als “wat zou jij zelf in zo’n situatie hebben gedaan?” en “zou jij zelf de ruimte hebben durven nemen om te reageren vanuit menselijk oogpunt, los van maatschappelijke opvattingen?”
Via een aantal zenuwslopende omzwervingen, komen Suze en Heindert in Duitsland aan. Zij verblijven bij toeval bij een plattelandsechtpaar dat zelf hun zoon in de oorlog verloren heeft. Heindert is in Duitsland meer dan welkom en hij voelt zich daar voor het eerst thuis. De tegenstelling met de sfeer in Nederland is wel erg groot. Heindert ontdekt meer over zijn afkomst en over zijn vader. En hij gaat steeds beter aanvoelen wat zijn moeder voor hem in Duitsland van plan is, wetende dat zij zelf niet meer tot veel in staat is. Het is voor hem best moeilijk accepteren dat de zorg voor zijn moeder nu door anderen wordt overgenomen.
En dan is er nog het voorval met de stier, door Heindert gedoopt tot Dikke Feie (wat je goed kan snappen als je de hele roman leest). Het hele gedoe kwam mij een beetje gezocht over, maar Clément weet het wel handig te gebruiken in de bewustwordingsfase van Heindert. Hij moet leren omgaan met zo’n grote, agressieve stier en bedenkt dan dat dat eigenlijk voor iedereen geldt. Ieder heeft zo zijn eigen stier, waarbij de stier dan symbool staat voor het gevecht, het ergens (te) lang mee moeten omgaan en doorgaan, het leren pareren of misschien zelf wel overwinnen.
Kortom een fijne leeservaring uit een periode uit onze redelijk recente geschiedenis, met zeer geloofwaardige personen en voldoende aanknopingspunten om je nader in te verdiepen of over na te denken.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Mijn dank gaat uiteraard uit naar Ambo Anthos voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar van Oostwaarts.