Het is bijna niet mogelijk om over de roman Pastorale van Stephan Enter (Uitgeverij Van Oorschot) te schrijven zónder het te hebben over geloof en kerk. Dat is natuurlijk ook helemaal niet erg, het is voor velen een belangrijk thema, maar het risico is dan wel bij deze roman dat de aandacht voor de fantastische schrijfstijl wat ondersneeuwt. En dat moet zeker niet gebeuren.
Stephan Enter heeft namelijk een prachtige, beeldende, meeslepende schrijfstijl. De setting in Pastorale is een warme, broeierige zomer in de jaren tachtig, in een fictieve plaats op de Veluwe. Door de uitgebreide aandacht voor de omgeving en de natuur weet hij mij mee te krijgen in het kalmere tempo van toen. Een enkele keer had ik de neiging om tegen het boek te zeggen: schiet eens op, om mij vervolgens te realiseren dat het tempo van de gebeurtenissen en de ontwikkelingen van de personen precies op de juiste manier zijn gedoseerd.
De hoofdpersonen zijn de 20-jarige Louise en haar iets jongere broer Oscar (bijna aan het eind van de middelbare school). Zij zijn opgegroeid in een streng christelijke omgeving met een vader die zich bijna aan alles onttrekt en zich ophoudt in zijn werkkamer en een moeder die in staat lijkt elke aanval op waar zij in gelooft, onverstoorbaar af te weren. Er komen nog veel meer personen voorbij, die voor het geheel ieder op eigen wijze een belangrijk steentje bijdragen. Zo is daar de ouderling die in alles voldoet aan de vooroordelen die er over ouderlingen bestaan en Maarten, de zoon van de nieuwe dominee, waarbij je je voortdurend afvraagt hoe stevig zijn eigen geloof is of dat hij meer uit respect voor zijn vader een bepaalde houding aanneemt. En natuurlijk mag ik Jonkie, de Molukse klasgenoot van Oscar, diens zus Dona en hun vader niet overslaan.
Naast het thema geloof gaat Pastorale ook over je eigen weg vinden, “eerste keren” (eerste verliefdheid, eerste afwijzing, eerste minnaar, eerste barstjes in het voortkabbelend bestaan en zo verder), ontworteld worden en ontworteld zijn. Om maar een greep te doen. Maar toch springt voor mij, met zelf een christelijke achtergrond, het aspect over geloof en afzetten tegen geloof naar voren.
Ik moest daarbij terugdenken aan mijn breed georiënteerde en geïnteresseerde moeder, die in mijn herinnering aandachtig een boekje heeft bestudeerd over de zwarte-kousen kerken in Nederland. Het betreft Welzalig is het volk door prof. dr. Anne van der Meiden (mijn exemplaar is uitgegeven bij een voorloper van Ambo Anthos). Hierin komt ook een hoofdstuk over de Veluwe voor. Misschien kom ik er nog eens aan toe dit boekje te lezen, misschien ook niet.
Hoe dan ook maakt de roman van Enter overduidelijk dat je als je bent opgegroeid in een gelovig milieu, dit nooit meer “kwijt raakt”, ongeacht of je nog wel iets of juist niets met dat geloof doet. Ik was recentelijk naar een begrafenis, in de Achterhoek. Voorafgaand was er in de plaatselijke protestantse kerk een dienst, want de overledene (die ik zelf overigens tijdens leven nooit had ontmoet en alleen “kende” uit de verhalen die mijn dierbare collega over haar moeder vertelde) was een diepgelovige vrouw. Bladerend door de liturgie zag ik meerdere psalmen en gezangen staan, waaraan ik bij het lezen van de versregels geen enkele herkenning had. Totdat het orgel begon te spelen. Dan blijkt dat ergens diep van binnen vele kerkelijke liederen toch opgeslagen liggen en die met een simpel muzikaal zetje weer naar boven borrelen 😉
Iets dergelijks is het geval bij Louise. Zij is al op vrij jonge leeftijd tot de overtuiging gekomen dat het hele christelijke geloof één grote leugen is. Maar desondanks kan een enkele gebeurtenis of een terloopse zin een heel reeks aan herinneringen naar boven laten komen. Zelfs aan het begin van de kindernevendienst die zij (wonderlijk genoeg) leidt, prevelt zij moeiteloos alle bekende zinnetjes mee en zet zij als vanouds de standaardliedjes in. Het hoort gewoon bij haar DNA, het valt niet te ontkennen.
Haar worsteling met het geloof, met zichzelf, met de toekomst en het zoeken naar structuur en houvast hoort bij haar levensfase. Toch komt broer Oscar op mij over als al meer volwassen dan Louise. Hij is een wat teruggetrokken jongen, die in stilte zijn eigen ontwikkeling en ontdekkingen meemaakt. Hij heeft minder dan Louise de behoefte om de buitenwereld deelgenoot te maken van wat hij belangrijk vindt. Zijn eerste echte verliefdheid blijft echter niet onopgemerkt: hij is verliefd op de zus van zijn Molukse klasgenoot Jonkie. En daardoor krijgt hij meer te weten over de achtergrond van de Molukkers in Nederland, over hun hoop dat zij ooit zullen terugkeren naar hun eigen land. De koffer voor de vader van Jonkie en zus Dona staat al ingepakt klaar in de gang.
Pastorale heeft mij een heel fijne leeservaring opgeleverd. Zowel qua stijl als qua inhoud wist de schrijver mij te raken. Hoewel ik vooraf verwacht had dat de Molukse kwestie een grotere rol zou spelen, heb ik dat niet gemist. De mensen waren zo herkenbaar, de situaties zo invoelbaar. Uit de Hebban Leesclub-discussie heb ik begrepen dat dit boek ook als je niets met het christelijke geloof hebt, hoog wordt gewaardeerd. Een echte aanrader.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Ik heb meegedaan aan een Hebban Leesclub over deze roman (waarvoor dank aan Hebban en de uitgever voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar). Meer weten over de discussies en recensies van de Hebban Leesclub? Volg deze link.