Je kent hem vast: de commercial van het opleidingsinstituut NCIO met als slogan iets over een stok en een lat: “De hoogte van de lat, die bepaal jij.” Die reclametekst drong zich steeds naar voren tijdens het lezen van Paper Towns van John Green (uitgegeven bij Lemniscaat). En ik weet dat ik de lat voor Green, althans voor deze Young Adult-roman, hoog heb gelegd. Eerder heb ik Een weeffout in onze sterren van hem gelezen en mede door de voor mij zeer herkenbare setting vond ik dat boek geweldig. Daarom wilde ik ook graag deze andere, veel bejubelde, roman van zijn hand lezen. Ik legde de lat dus heel hoog, maar de lat lag niet stevig genoeg.
In een hele korte samenvatting is de verhaallijn dat Q (Quentin Jacobsen) en Margo Roth Spiegelman elkaar hun hele leven kennen, op een aantal cruciale momenten in hun leven samen het een en ander meemaken en Margo vervolgens spoorloos verdwijnt. Q gaat naar haar op zoek.
Genoeg elementen om te veronderstellen dat dit een spannend boek en misschien zelfs wel een thriller is. Ik heb het in ieder geval niet op die manier ervaren. Dat wil overigens niet meteen het tegenovergestelde betekenen, want het is zeker geen saai, doelloos boek. Ik moest echter heel erg wennen aan de sfeer en de overduidelijke setting in een groep van 18-jarigen, in hun eindexamenjaar. Dat is voor mij al weer aardig wat jaren geleden 🙂 Door het Amerikaanse leven en het in mijn beleving wat sloom voortkabbelen van de levens van Q en zijn vrienden voelde ik mij niet betrokken bij de verhaallijn. Het is goed geschreven, maar het kon mij niet raken. De lat begon te wiebelen en schoof een beetje naar beneden.
Dit veranderde overigens resoluut op het moment dat Q met zijn vrienden bij een zogenaamde pseudowijk (paper town) aankomt en overvallen wordt door een allesomvattende angst over het lot van Margo. Dat was het moment dat het boek weer mijn volledige aandacht en interesse had en waardoor de wiebelende en verschuivende meetlat weer rotsvast kwam te liggen. De manier waarop Green de heftigheid van de gevoelens en gedachten van Quentin omschrijft, laat weer zien wat een prachtig schrijverstalent hij heeft.
In het eerste gedeelte van het boek (met de goedgekozen titel De touwtjes) komen een aantal spectaculaire avonturen voorbij. Qua intensiteit en sfeer deed mij dit terugdenken aan de jeugdroman De jongen die het liet regenen van Brian Conaghan (Lannoo). Het “himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt” wat zo kenmerkend is voor pubers en jonge adolescenten komt in beide boeken mooi naar voren.
En de eigen kijk van Margo op het gebruik van hoofdletters (volledig willekeurig, ook midden in een zin, want anders is het zo oneerlijk voor de andere letters) bracht meteen in herinnering de roman Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit is geweest, geschreven door Joachim Meyerhoff en uitgegeven bij Signatuur/WPG Uitgevers. In die roman had de plaats van een letter een bepaalde betekenis, een bepaalde lading en dat was het gevolg van het luisteren naar de gesprekken van zijn vader (psychiater) en het overige medische personeel.
In Het gras, het tweede gedeelte, is er veel meer aandacht voor een aantal filosofische en psychologische aspecten van de verdwijning, de aanleiding, de reacties en verwachtingen. Dat gedeelte vind ik heel prettig om te lezen, hoewel ik mij wel afvroeg in hoeverre deze overwegingen passen bij de leeftijdscategorie van Q. Ik kan mij dat ook niet meer herinneren van de periode dat ik zelf rond die leeftijd was, maar misschien komt dat ook wel doordat het leven in Amerika (nu) niet vergelijkbaar is met het leven in Nederland (toen). Extra aandacht moet er wat mij betreft absoluut zijn voor de bijzondere positie en opvattingen van beide ouderparen. De ouders van Q zijn beiden therapeut en dat is aan de manier waarop zij redeneren heel goed te merken. Dat was zowel humoristisch als verbijsterend. De opstelling van de ouders van Margo is ook niet echt standaard te noemen. Ik voelde plaatsvervangende schaamte bij hun argument om Margo wel of niet te gaan zoeken.
Over de roadtrip in het derde deel (Het vat) ga ik niets schrijven want je moet zelf ontdekken hoe het verhaal van Q en Margo “afloopt”. Het onderstreept in ieder geval hoe fijn het is om echte vrienden te hebben.
Het feit dat de Nederlandse vertaling dezelfde titel heeft als de oorspronkelijke versie geeft al aan dat er niet direct een Nederlandse equivalent te vinden is. Gedurende het boek wordt steeds meer duidelijk wat er wordt verstaan onder Paper Towns en van welke kant je dat kunt bekijken (bijvoorbeeld letterlijk, als wel of niet bestaande plaats op de kaart, en figuurlijk, in de zin van hoe je zelf tegen het leven en jouw positie daarin kunt aankijken).
Al met al moest ik dus erg wennen aan dit boek, maar achteraf ben ik blij om te kunnen constateren dat het een prettige leeservaring was. Ik denk dat dit genre YA-boeken kan helpen om relatief jonge lezers te begeleiden met de (over)stap naar “volwassen” literatuur. En dat is in dit geval de verdienste van John Green.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Ik heb Paper Towns kunnen lezen doordat Uitgeverij Lemniscaat mij een leesexemplaar heeft toegezonden, waarvoor uiteraard mijn hartelijke dank.