Herken jij dat ook? Dat je soms door de cover van een boek op het verkeerde been wordt gezet? Dat je eigenlijk het boek qua inhoud wel zou willen lezen, maar dat de uitstraling totaal niet past bij wat je van het boek zou willen verwachten? Precies dat had ik al enige jaren met het boek Een boek per dag van Nina Sankovitch (destijds uitgegeven bij Artemis). Als ik naar het plaatje op de voorkant keek, vreesde ik dat het zou gaan om een populair verhaaltje van een meisje dat aan één van de vele #challenges op social media wil meedoen en daardoor van het ene chick-lit boek naar de ander feelgoodroman zou hoppen onder het uitroepen van allerlei clichés en gemeenplaatsen.
En stel nu eens dat dit inderdaad het geval was. Wat dan nog? Dat zou op zich helemaal prima zijn, maar het past niet bij wat ik graag in een boek of roman zoek. Daarom was ik extra blij toen ik toch maar eens in dit boek begon en de inhoud heel anders was dan ik vooraf bang voor was.
Het gaat namelijk om de volwassen Nina Sankovitch zelf die na het overlijden van haar zus, merkt dat zijzelf niet meer goed functioneert en niet meer goed in haar vel zit. Zij komt uit een familie waarin lezen een eerste levensbehoefte is en weet dus dat het lezen van boeken haar kan helpen om weer meer zichzelf te worden. Na enige overwegingen en gesprekken met haar man besluit zij om een jaar lang elke dag een boek te lezen. Zij berekent aan de hand van haar gemiddelde leessnelheid hoeveel uur per dag zij hiermee bezig zal zijn. Verder vindt zij dat zij niet alleen maar moet/mag lezen, maar dat zij ook elke dag een review op haar website moet plaatsen over de gelezen boeken. Tussen haar leeservaringen door lees je over de alledaagse problemen waarmee zij in dat jaar te maken krijgt, zoals zieke kinderen die aandacht nodig hebben, sociale verplichtingen en andere (familie)perikelen.
Voor Sankovitch is dit leesproject dé methode voor rouwverwerking en jezelf terugvinden. Zij ontleent houvast aan de gedachten van schrijvers via de personages in de boeken. Dit is precies anders dan bij de wat lompe, onhandige Henk van Doorn uit Uit het leven van een hond (van Oorschot). Terwijl hij in een boekhandel zoekt naar een passend boek voor zijn jarige nichtje, ventileert hij in gedachten zijn vrees om zijn persoonlijkheid te verliezen door het lezen over andermans persoonlijkheden in de vele boeken die hij leest (maar gelukkig wordt hij hierdoor niet geremd in zijn leeshonger).
Het steun vinden in boeken deed mij terugdenken aan Alledaagse waanzin van Lisa Appignanesi (de Bezige Bij). Na het overlijden van haar levensgezel moet zij zien om te gaan met grote emoties. Zij beschrijft dat proces aan de hand van boeken en gedichten die zij heeft gelezen. Het resultaat is zeker een uitermate lezenswaardig boek.
Ik vind dit soort boeken aan de ene kant enorm interessant en enthousiasmerend en aan de andere kant ook vreselijk irritant. Want is het smijten met titels van wat je allemaal gelezen hebt, ook niet een beetje te veel van het goede? Is het niet een beetje te veel pronken met wat je weet en met wat je hebt “gepresteerd”?
Zelf houd ik inmiddels al jaren op Goodreads (en wat selectiever binnen mijn Hebban-account) bij wat ik lees, maar ooit begon het gewoon met pen en papier. Als kind was ik een enorme lezer, maar na het “lezen voor de lijst” zijn er een paar jaren geweest waarin ik wel las, maar niet veel bijzonders. Het boekje van Felix Eijgenraam met de inspirerende titel De plezierfactor: nut en genot van een boekenschrift (Aramith) was begin jaren negentig dé aansporing om te gaan bijhouden wat ik las. Als ik nu terugzie welke goed aangeschreven titels ik als midden-twintiger las, ben ik bijna van mijzelf onder de indruk 😉
Er wordt mij weleens gezegd dat ik van “moeilijke” boeken houd. Lang heb ik dan de neiging gevoeld om mij te gaan verdedigen, omdat ik vond dat mij ten onrechte een bepaalde houding werd verweten. Alsof ik mijzelf beter wilde voordoen dan ik misschien was (antwoord: nee hoor, ik houd inderdaad meer van boeken die mij dwingen tot nadenken). En daarmee belanden wij dan midden in de materie van een intrigerend boekje van Joost de Vries: Echte pretentie (Das Mag). De Vries neemt ons mee langs termen als pretentie en snobisme, met voorbeelden die voor de één het bewijs van pretentieus handelen zijn en voor de ander juist het bewijs van neutrale eigenheid.
Achter in het boek van Sankovitch is de volledige lijst van de door haar in dat projectjaar gelezen boeken opgenomen. Zij heeft zich goed voorbereid op het project en heus niet alle titels zijn even indrukwekkend. Zo’n project zou overigens totaal niet bij mij passen, want “lezen en moeten” past voor mij niet bij elkaar, wél “lezen en willen”! Ik zou een blogpost vol kunnen schrijven met citaten uit Een boek per dag die mij hebben geraakt, maar wat mij het meest bij zal blijven, is dat zij haar lezen serieus neemt. En dát is voor mij dan weer een houvast en aansporing om de keuzes van wat ik lees en wat ik ervan vind op mijn eigen manier te blijven benaderen.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo